rapport sur Ceuta et Melilla (migreurop, GADEM, Cimade) dec. 2015
Begin februari 2016 brachten twee mensen van All Included een bezoek aan Rabat/Marokko. Mede namens Afrique-Europe Interact namen wij deel aan de herdenking van de dood van 15 migranten in februari 2014, bezochten we een opvanghuis voor vrouwelijke migranten, een getto (illegaal kamp) van een vijftigtal migranten onder een brug in Rabat en diverse foyers (woongemeenschappen) waar migranten hun kansen afwachten om naar Europa te gaan.
6 februari 2014. Vijftien migranten die probeerden vanaf Marokko zwemmend het strand van Tarajal in de Spaanse enclave Ceuta te bereiken vonden de dood. Met gebruik van rubber- en andere anti-oproerpolitie kogels werd door de Spaanse grensbewakers van de Guardia Civil echter niet voorkomen dat een groep aan land kwam. Een Spaanse rechter vond dat er geen strafbaar feit gepleegd was met het gebruik van deze middelen. Tevens was de onmiddellijke uitzetting naar Marokko van de 23 migranten die wel levend de kust bereikten niet strafbaar.
Een kleine vijfhonderd migranten kwamen op 5 februari 2016 bijeen voor de Spaanse consulaat aan de avenue An Nasr in Rabat om te protesteren tegen de gewelddadigheden gepleegd tegen de migranten die pogen Europa te bereiken. Een geluidswagen werd door ingrijpen van de politie verboden maar de sit-in zelf werd toegestaan. Een rij oproerpolitie hield ons nauwlettend in de gaten. Het aantal migranten die uit diverse steden in het land kwamen was groter dan verwacht. Tijdens de voorbereidingen werd op een bepaald moment opgeroepen niet meer naar Rabat te komen bij gebrek aan financiën. De emotie die bij de bijeenkomst vooraf en tijdens de sit-in losbarstte was werkelijk uitzinnig. In het dagelijks leven is het nadrukkelijk uiten van de aanwezigheid van sub-Sahara migranten ongepast. De woede over de minachting voor deze migranten in Marokko (en Europa) bleek groot. Daar is dan ook alle reden voor. Onlangs zijn alle sub-Sahara migranten langs de kust in Noord-Marokko opgepakt en naar de grote steden uitgezet. Dit ging gepaard met veel geweld en grove schending van mensenrechten.
Het afgelopen jaar hebben ons de kracht van de migratiebeweging getoond. Migranten laten zich niet afschrikken door de Europese grensbewaking. Zoekend naar de meeste kans op binnenkomst in Europa wordt met veel druk toegang verschaft tot het Schengengebied. Migranten maken hierbij gebruik van hun recht tot het zoeken naar een menswaardig perspectief. Veelal gaat het om een verlichting van de diepe armoede, corruptie en onderdrukking; werk in Europa betekent een aanzienlijke bijdrage aan het gezinsinkomen. Door een dichtgetimmerd visumsysteem sinds eind jaren 1980 die hele landen uitsluit van een legale binnenkomst worden mensen verplicht gebruik te maken van irreguliere kanalen, de mensensmokkel.
Frontex, agentschap voor Europese grensbewaking, is een militair wapen in de oorlog tegen de migratie. Het beschikt over een arsenaal aan militair materieel en personeel uit alle landen van de Europese Unie en van het Schengengebied. Hiermee wordt middels Rabits (Rapid Border Intervention Teams) zoals onlangs in Griekenland direct ingegrepen daar waar grote groepen migranten plots Europa binnenkomen. Frontex Risico-analyses worden gemaakt om deze flexibiliteit voor te zijn. En zo worden migranten gedwongen gevaarlijkere routes te nemen met alle doden ten gevolge. Maar van enige bijdrage aan de oplossing van het probleem van het vraagstuk is geen sprake. Armoede, corruptie en onderdrukking worden niet aangepakt. Sterker nog, de corrupte staten waar migranten voor vluchten worden gesteund door de Europese staten en Unie. Deze steun is nodig om te komen tot de externalisatie van de grensbewaking. Daar het bewaken van de Middellandse Zee en de landgrenzen van de steeds groter wordende unie nauwelijks te behappen is wordt een buffer buiten de Europese grenzen gevormd. In deze transatielanden dient migratie aangepakt voordat de grens van Europa wordt bereikt. Dat hiermee ook vluchtelingen de kans op asiel ontnomen wordt is meer dan ‘colletaral damage’. Er wordt immers ook voor deze groep geen alternatief geboden voor hun noden en rechten.
Middels de foto-expositie “Europe closes our borders – Frontex and the externalization of European border control” krijgt de externalisatie in West-Afrika een gezicht. Het vertelt het verhaal van de grensbewaking aan de kust van Senegal en Mauritanië die de rol van waakhond voor de Europese Unie spelen in ruil voor een financiële en materiële vergoeding. Detentiecentra, grensposten en uitzettingen naar landen van herkomst worden hier betaald door landen van de Europese Unie. De titel “L’Europe ferme nos frontières” is afkomstig van het Senegalees Dagblad Le Soleil van de dag na de ondertekening van de terugname-overeenkomst tussen Spanje en Senegal in 2006. Hiermee wordt Europa afgeschermd van de vluchtelingen uit West-Afrikaanse landen van oorlog, armoede, droogte en corruptie: Ivoorkust, Liberia, Guinee, Togo, Mali.
Net als Turkije die nu bijzondere aandacht van de EU krijgt mag Marokko een speciale positie genieten. Het land is zich aan het ontwikkelen van een emigratieland (‘gastarbeiders’) via transitland naar ontvangstland. Het leven van de Sub-Sahara migrant in Marokko is sterk beschreven door Emmanuel Mbolela in zijn boek “Mijn reis van Congo naar Europa. Tussen verzet, vlucht en ballingschap”. Emmanuel, Congolese activist en vluchteling, vertelt hierin over zijn verzet in Congo, zijn tocht van twee jaar via de woestijn en zijn verblijf in Marokko van vier jaar als illegaal, als sans-papiers. Binnenkort wordt dit manifest in het Nederlands uitgegeven door uitgeverij Van Gennep.
Laatste ontwikkeling in Marokko is het schoonvegen van de kust langs de Middellandse Zee: alle kampen in de bossen bij de Spaanse enclave Ceuta en Melilla zijn platgebrand en iedereen is gearresteerd en naar steden richting zuiden gebracht. Hiermee wordt de overtocht per boot en land heel moeilijk gemaakt. De kracht van de migratie is echter blijvend sterk. Gevolg van dit alles is een toename van de oversteek naar de Canarische Eilanden en een trek naar Libië.
De doorvoerstad Tanger in de buurt van Ceuta is altijd gevaarlijk terrein geweest voor sub-Sahara migranten, maar de situatie is geëscaleerd sinds 2015. Vooral tijdens de ramadan 2015 heeft de onderdrukking door de autoriteiten en gewelddadige aanvallen door de lokale bevolking een alarmerende dimensie bereikt. In juni 2015 werd de migrantenpopulatie van de Boukhalef wijk onderworpen aan grootschalige deportaties. Een jonge sub-Sahara migrant stierf toen hij van een dak viel op de vlucht voor de politie. In oktober breidde de politiekorpsen hun actieradius op de hele stad van Tanger en de omliggende bossen. Die migranten werden slachtoffer van arrestatie (zij ondergingen lange identificatieprocessen incl. foto’s en vingerafdrukken) en van deportaties naar Tiznit, meer dan 1000 km ten zuiden richting Mauritanië. Anderen werden (tijdelijk) gevangengezet in geïmproviseerde detentiecentra in het binnenland, in Fez, Marrakech, Casablanca, Rabat en Taroudant. Vaak werd het sub-Sahara migranten niet toegestaan de bus naar het noorden te nemen. Deze behandeling moedigde meer en meer migranten aan om op weg te gaan naar het door oorlog geteisterde Libië, om zo te proberen Italië te bereiken.
Gevallen zijn gemeld dat migranten in Tanger gearresteerd vervolgens werden overgebracht naar de haven Tanger Med op 50 km afstand. De algemene aanname is dat dit soort acties werden uitgevoerd met het oog op een verhoging van het aantal mensen dat op zee onderschept werd, en aldus de efficiëntie aantoonde van de Marokkaanse grenscontroles. Sinds de EU-Marokko overeenkomsten (actieplan) uit 2013 ontvangt het Koninkrijk Marokko 150 miljoen euro om de politieke en economische betrekkingen, maar ook de grenscontrole te intensiveren.
Razzia’s tegen migranten kampen in de bossen demonstreren een ander niveau van escalatie. In de bossen worden de voorlopige onderkomens, tenten en persoonlijke bezittingen regelmatig in brand gestoken. Tijdens die operaties is het gebruikelijk dat er gewonden en zelfs doden vallen. Getroffenen ervaren de politie operaties als echte klopjachten, zoals het geval van de tragische dood in november 2015 van twee Kameroeners in het bos zeven kilometers van Ceuta. Ze werden door de militaire politie in een grot in de rotsen gedreven en vergast door traangas. Acht migranten die de politie informeerden nadat zij de lichamen vonden werden gearresteerd en naar het zuiden van Marokko gedeporteerd.
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm