Zondebok Schipholbrand eist 6,5 ton van staat

Ahmed al-J., die jarenlang is vervolgd voor de Schipholbrand, eist een schadevergoeding van 663.700 euro van de staat. Dat meldt persbureau Novum op gezag van zijn advocaat. Het hof buigt zich 14 januari over het verzoek.
schipholbrandt_door_zondebokNRC

De Libiër werd in maart definitief vrijgesproken van het veroorzaken van de brand waarbij in oktober 2005 elf gevangenen om het leven kwamen en vijftien anderen gewond raakten. Al-J. was zelf een van de zwaargewonden. Op het moment van de brand zat hij in het detentiecentrum Schiphol-Oost op uitzetting te wachten, net als tientallen andere illegalen.

Al-J. heeft altijd verklaard dat hij in zijn cel een shagje weg heeft geschoten dat misschien op een laken of rol wc-papier is terechtgekomen en vervolgens tot de brand leidde. Het OM oordeelde daarom dat er sprake was van schuld, en waarschijnlijk zelfs van opzet. Maar het hof zag dat uiteindelijk niet zo en sprak hem vrij. De vrijspraak is definitief omdat justitie niet in cassatie gaat.

Bij zijn vrijspraak meldden zijn advocaten al dat Al-J. waarschijnlijk een vergoeding voor de geleden schade zou willen. Volgens raadsman Raymond Frijns is de geëiste schadevergoeding van 663.700 euro vrij hoog, maar is het bedrag verdedigbaar. Zo heeft de Libiër bijna anderhalf jaar in voorlopige hechtenis gezeten. Hij geldt in Nederland als ongewenste vreemdeling sinds hij in 2009 op het vliegtuig naar Libië werd gezet.
EERDER VEROORDEELD TOT DRIE JAAR CEL

Eerder werd Al-J. nog wel veroordeeld. Na een eis van vijf jaar werd hij in 2007 tot drie jaar cel veroordeeld. Een straf die in hoger beroep werd teruggebracht tot anderhalf jaar cel. In 2010 bepaalde de Hoge Raad dat het hele proces over moest omdat het hof fouten had gemaakt. Daarop werd de zaak terugverwezen naar het gerechtshof in Den Haag, dat hem begin dit jaar dus vrijsprak.

Een kritisch rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2006 oordeelde dat de overheid hoofdverantwoordelijke voor de doden is. De Dienst Justitiële Inrichtingen, de Rijksgebouwendienst en de gemeente Haarlemmerhout schoten tekort. Minister van Justitie Piet Hein Donner en minister van Volkshuisvesting Sybilla Dekker traden naar aanleiding van het rapport in 2006 af.